Het Raadgevend Comité is gemachtigd om op verzoek van de Commissie, van de Administratieve Commissie of uit eigen beweging:
a) vraagstukken van algemene of principiële aard en problemen welke bij het toepassen van de in het kader van artikel 51 van het Verdrag vastgestelde verordeningen rijzen, te onderzoeken;
b) ten behoeve van de Administratieve Commissie ter zake adviezen uit te brengen, alsmede voorstellen te doen met het oog op een eventuele herziening van de verordeningen.